Corticotherapie en glaucoom

Medicatie die potentiëel wel gevaarlijk is bij patiënten met chronisch open hoek glaucoom zijn de corticosteroiden. Een derde van de normale populatie is wat we noemen steroid responder,  ttz. corticosteroiden veroorzaken een forse oogdrukstijging in deze groep. De genen die verantwoordelijk zijn voor deze steroid respons zijn oververtegenwoordigd in patiënten met chronisch open hoek glaucoom: 90 % van hen zijn steroid responder! Ook familieleden van patiënten met chronisch open hoek glaucoom hebben meer kans op oogdrukstijging na toedienen van corticosteroiden. Spelen een rol: de sterkte van het preparaat, de dosis, de toedieningswijze en de duur.

In dalende grootteorde van effect noteren we dexamethasone, prednisolone, fluorometholone, en tenslotte hydrocortisone. Systemische toedieningen, per os, IM of IV zijn  gevaarlijker dan inhalaties voor longlijden; volgens de literatuur veroorzaakt intranasale verneveling van corticosteroiden geen intraoculaire drukstijging bij niet-glaucoom patiënten. Intra-articulaire of peri-articulaire inspuitingen zijn in principe lokale behandelingen maar systemische absorptie kan leiden tot intraoculaire drukverhoging. Lokale behandeling rond de oogleden met huidcrèmes op basis van triamcinolone kunnen uitgesproken drukpieken veroorzaken. De meest te duchten oorzaak van corticosteroid glaucoom blijft natuurlijk het frequent toedienen van dexamethasone oogdruppels, maar dit geschiedt meestal onder controle van de oogarts. Als algemene regel kunnen we stellen dat voorzichtigheid geboden is met elke vorm van corticotherapie bij glaucoompatiënten en dat samenspraak met de oogarts aangewezen is om de intraoculaire druk te monitoren tijdens de steroidbehandeling.