Meting van de oogdruk
Het oog wordt lichtjes en kortstondig ingedrukt met de tonometer nadat het eerst met een oogdruppeltje werd verdoofd. Zo voel je niets. Je ziet alleen een blauw licht heel dichtbij komen. Naargelang het oog zich gemakkelijk of moeilijk laat indrukken, kan de oogarts de waarde van de oogdruk op de tonometer aflezen.

Oogdrukmeting
Met een andere methode wordt het oog ingedrukt met een luchtstoot en is er geen oogdruppel nodig. Luchttonometrie is minder nauwkeurig dan de klassieke tonometrie.
Beoordeling van schade aan de oogzenuw
De oogarts kan met een fundoscoop zien in welke mate de oogzenuw een uitholling vertoont. Toenemende uitholling bij opeenvolgende bezoeken, is een teken van zenuwvezelverlies door glaucoom. Soms moet de arts met een oogdruppeltje de pupil vergroten om de oogzenuw goed te zien. Dat doet geen pijn, maar geeft wel gedurende een tweetal uren een wazig zicht. In dat geval rijd je best niet zelf met de wagen naar huis.

Normale oogzenuw

Uitgeholde oogzenuw bij glaucoom
Moderne beeldvormingstechnieken laten toe om dit zenuwvezelverlies vroegtijdig op te sporen en nauwkeurig op te volgen. Deze scanningtechnologie maakt gebruik van lichtstralen en is dus volkomen onschadelijk.
Beoordeling van verlies van gezichtsvermogen
Het gezichtsveldonderzoek met de perimeter kan heel vroegtijdig blinde zones in het gezichtsveld opsporen, lang voor je die zelf opmerkt. De perimeter bestaat uit een koepel waartegen één na één lichtjes geprojecteerd worden van wisselende intensiteit en grootte. Je zit met een kinsteun voor de koepel en moet steeds naar het centrum van de koepel kijken. Je duwt op een knop telkens je een testlichtje ziet. Dit onderzoek kan een tiental minuten in beslag nemen per oog en vraagt dus de nodige medewerking. De gegevens worden door een computer verwerkt en opgeslagen.

Gezichtsveldonderzoek
Beoordeling van de voorkamerhoek
De oogarts plaatst een gonioscopielens op het oog na verdoving met een oogdruppeltje. Zo wordt de hoek tussen het regenboog- en hoornvlies over de volledige 360 graden zichtbaar. Dit helpt bij het vinden van de oorzaak van je glaucoom.
Meting van de dikte van het hoornvlies
Als je een dik of dun hoornvlies hebt, kan dit het resultaat van de oogdrukmeting beinvloeden. Als je een dun hoornvlies hebt zal de tonometer je oogdruk onderschatten. Omgekeerd wordt bij een dik hoornvlies de oogdruk overschat. Je hoornvliesdikte wordt echografisch of optisch gemeten en verandert niet in de loop van het leven. Een eenmalige meting volstaat dan ook.
Worden onderzoeken vaak herhaald?
Afhankelijk van de ernst van de toestand, worden onderzoeken 1 tot 4 maal per jaar herhaald. Zo kan een behandeling tijdig worden ingesteld of aangepast. Zodra de toestand onder de behandeling stabiel is, volstaat een halfjaarlijkse meting van de oogdruk en beoordeling van de oogzenuw door de oogarts. Een jaarlijks gezichtsveldonderzoek blijft noodzakelijk, eventueel aangevuld met beeldvorming van de oogzenuw.